Thuis > Kennis basis > Kabel op kabel versus stoffen binnenbuis: vergelijking van trektests

Kabel op kabel versus stoffen binnenbuis: vergelijking van trektests

Als het gaat om het installeren van glasvezelkabels in ondergrondse omgevingen, spelen twee belangrijke methoden een rol: kabel op kabel en kabel in stoffen binnenkanaal. We voerden een gecontroleerd experiment uit om te zien hoe elke methode het letterlijk onder druk deed.

De uitrusting:

  • Kabel: 13 mm OD PE glasvezelkabel (standaardformaat voor glasvezeltoepassingen)
  • Buitenkanaal: PE-buis met binnendiameter 50 mm (gebruikelijke kanaalmaat voor ondergrondse installaties)
  • Binnenkanaal: FiberCheap 2″ 2-cel stoffen binnenduct (een populaire optie voor stoffen binnenduct)
  • Testparameters:
    • Trekspanning: 140 kg (vertegenwoordigt een typische trekkracht tijdens kabelinstallatie)
    • Treksnelheid: 25 meter/minuut
    • Trekduur: 10 minuten (equivalent aan 250 meter), 20 minuten (500 meter), 30 minuten (750 meter)

De Test:

Controle: kabelobservatie vóór test
  1. Kabel op kabel: We hebben een kabel in de buitenste buis vastgezet. Een andere identieke kabel werd met een ingestelde snelheid en spanning over de vaste kabel gedraaid, waardoor een kabelkruisingsscenario werd gesimuleerd. Dit werd herhaald voor een duur van 250 m, 500 m en 750 m kabeltrekken. Vervolgens hebben we de kabels geïnspecteerd op eventuele mantelschade.
  2. Kabel in stoffen binnenbuis: Dezelfde test werd uitgevoerd, maar deze keer met de kabel vastgezet in de stoffen binnenduct, waarbij de tweede cel werd gebruikt voor kabelrotatie.

De resultaten:

Kabel op kabel Geslaagd op 250 m, mislukt op 500 m en 750 m:

De Cable on Cable-methode vertoonde kleine schaafwonden op 250 meter, maar aanzienlijke schade aan de mantel op zowel 500 als 750 meter. We hebben grote hoeveelheden plastic van het buitenste kanaal waargenomen, wat duidt op een signaalstoring bij hogere trekspanningen of langere afstanden.

Stoffen binnenkanaal Geslaagd op 750 m:

De kabel in het stoffen binnenkanaal vertoonde slechts kleine schaafwonden op de mantel. Hoewel de innerduct zelf een kleine scheur (75 mm) opliep waar de kabels elkaar kruisten, werd de kabel niet aan enige significante schade blootgesteld. De kabel bevond zich met name in een doorlopende lus van 10 meter, wat betekent dat het binnenkanaal de kabel er tijdens de test minstens 75 keer overheen zag gaan, wat zijn veerkracht aantoont.

Conclusie:

Dit experiment toont duidelijk de superieure bescherming aan die wordt geboden door stoffen binnenkanaal. Hoewel Cable on Cable geschikt kan zijn voor toepassingen met een laag risico op korte afstanden, biedt een stoffen binnenduct een aanzienlijk voordeel voor kritieke infrastructuur, langere kabeltrajecten en situaties met potentieel voor schade. Het vermogen om herhaalde kabeldoorgangen en hogere trekspanningen te weerstaan, maakt het een betrouwbare keuze voor het beschermen van uw waardevolle glasvezelkabels.